De mens heeft maar een kort leven.
Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De nieuwe mens aandoen.
- De oude mens afleggen.
- De mens zal bij brood alleen niet leven.
- Geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek.
- Een gewaarschuwd man [mens] geldt [telt] voor twee.
- De mens wikt maar God beschikt.
- Een mens moet zijn handen kunnen gebruiken.
- Een haspel van een mens.
- Een mens krijgt kracht naar kruis.
- Geen mens is zijn eigen maker.
- Het is moeilijk de oude mens af te leggen.
- Een mens zonder verbeelding is niets.
- Vis laat een mens zoals hij is.
- Een mens moet werken voor de brok en voor de rok.
- Kort afzeggen is vriendschap doen.
- Kort en bondig.
- Goed gezelschap maakt korte mijlen.
- Lang haar en kort verstand.
- Kort van hand zijn.
- Hij komt handen te kort.
- Lange kleren korte zinnen.
- Korte metten [wetten] maken.
- Hij houdt van een kort gebed en van een lang gevret.
- We willen een kort gebed en een lange maaltijd.
- Hij zit kort.
- Hij is kort aangebonden.
- Iemand te kort doen.
- Iemand kort houden.
- Hij is kort van begrip.
- Zij is kort van hakken.
- Iets kort en klein slaan.
- Hij is kort van memorie.
- Ergens in te kort schieten.
- Ergens kort spel mee maken.
- Leugens hebben korte benen.
- Een kort lied is gauw gezongen.
- De teugels kort houden.
- Hij trok aan het kortste eind.
- Korte rekening maakt lange vriendschap.
- Vrouwen dragen lange kleren maar korte zin.
- Wie het altaar bedient moet van het altaar leven.
- Hij brengt een beetje kleur in zijn leven.
- Hij is in de bloei van zijn leven.
- Boven zijn stand leven.
- Een bruin leven.
- Van de hemelse dauw leven.
- Men eet om te leven maar men leeft niet om te eten.
- Van de hand in de tand leven.
- Het is er een heidens leven.
- Van hoop alleen kan men niet leven.
- Hoop doet leven.
- Op grote voet leven.
- Er komt leven in de brouwerij.
- Zo lang er leven is is er hoop.
- Men moet leven en laten leven.
- Hij is zijn leven niet zeker.
- Ze leven slecht en recht.
- Dat is zijn lust en zijn leven.
- Zij is in het leven.
- leven nog kan beteren.
- Het leven heeft meer in dan eten en drinken.
- Zijn leven staat op het spel.
- Uit het leven gegrepen.
- Het leven laten.
- Zich van het leven beroven.
- Leven in de brouwerij brengen.
- Het leven is een droom.
- Zijn leven duur verkopen.
- Leven als God in Frankrijk.
- Leven als een hart.
- Zolang er leven is is er hoop.
- Zij leven als Kaïn en Abel.
- Leven als kat en hond.
- Een leven als een luis op een zeer hoofd.
- Het leven is een ons vreugde en een pond verdriet.
- Een leven als een oordeel.
- Zij leven recht en slecht.
- Het leven is zo sterk als pottenbakkerswerk.
- Het leven kent veel verdriet en weinig vreugd Van voren af aan.
- Iemand het leven vergallen.
- Leven als een vrolijk Fransje.
- Een leven van de andere wereld.
- Zijn leven hangt aan een zijden draad.
- Iemand het leven zuur maken.
- Van de lucht kan men niet leven.
- Men kan een luis niet meer benemen dan het leven.
- Van de pen leven.
- Verandering doet leven.
- Een vergeten burger een gerust leven.
- Hij is in de winter van zijn leven.