Het tij gaat zijn keer het past op prins noch heer Je moet de gelegenheid benutten als hij komt.
Het tij is verlopen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met moeten
Als je iets ruilt is er altijd één partij die beter af is.
Ook al is men onschuldig, er zal een schuldige aangewezen worden.
Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.
Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.
Dat is iets heel bijzonders.
Spreekwoorden met heer
God beschermt mij.
Hij heeft het daar voor het zeggen.
Hij doet zich als heer voor maar stelt in werkelijkheid niet veel voor.
Hij heeft teveel gedronken.
Hij is gestorven met het geloof in God.
Spreekwoorden met noch
Dat is hopeloos.
Daar is niets te zien.
Dat lijkt nergens naar.
Dat is helemaal verkeerd.
Het is onbeduidend en inhoudsloos.
Spreekwoorden met prins
Dat is een verloren dag.
De ideale man om mee te trouwen.
Hij heeft teveel gedronken.
Hij heeft al heel wat moeilijkheden overwonnen.
Hij weet er niets van af; hij is er niet bij betrokken.
Spreekwoorden met keer
Dat is absoluut zeker.
Door frequent te verhuizen lijdt de inboedel schade.
Iets wat is gebeurd laat zich niet ongedaan maken.
Precies het tegengestelde doen van wat de meute doet.
Spreekwoorden met tij
Je moet je aan veranderende omstandigheden aanpassen.
De gunstige gelegenheid is voorbij.
Als zich een buitenkans voordoet moet je niet aarzelen maar die meteen benutten.
Hij benut het juiste moment.