Anderen iets verwijten terwijl je zelf hetzelfde verweten kan worden.
Daar heeft hij nu geen zin in.
Daar heeft hij niet aan gedacht.
Hij is zeer dom.
De man moet de baas zijn over de vrouw maar de man kan niet zonder de vrouw.
De man moet de baas zijn over de vrouw.
Een goede vrouw heeft geen eigenaardigheden.
Een gemakkelijk en comfortabel leven.
Ernstig twijfelen over de goede afloop.
Ergens verdriet om hebben.
Ik heb het zo druk dat ik het niet allemaal meer kan bijbenen.
Hij is niet goed bij zijn hoofd.
Hij heeft een heel goed geheugen.
Hij doet wat hij zelf wil.
Hij heeft zijn verzet opgegeven.
Hij heeft een smal en langwerpig hoofd.
Hij maakt zich zorgen om diverse kleine zaken.
Hij is niet normaal.
Hij is machtiger knapper e.
Hij is beledigd.
Hij heeft de moed verloren.
Hij liegt heel erg.
Hij is verwaand.
Hij probeert iets hopeloos toch voor elkaar te krijgen.
Hij is een bemoeial.
Hij is er van overtuigd.
Iemand beschermen (tegen de door hem gemaakte fouten)
Heel erg veel eten.
Zich tegen iemand verzetten.
Iemand met loze beloftes in de war brengen.
Iemand laten gehoorzamen.
Iemand onthoofden.
Iemand kwaad maken.
Iemand iets verwijten.
Iemand telkens dwarszitten.
ergens niet op hebben gelet.
Zorg eerst dat je iets goed kunt voordat je allerlei kunstjes gaat uitproberen.
Wees niet hooghartig.
Daar ga ik absoluut niet mee akkoord.
Als je genoeg gegeten hebt dan ben je voldaan en tevreden.
Heel erg veel spijt hebben.
U bent schuldig aan zijn dood.
Hij groet nooit.
Hij heeft het te druk.
Overlijden.
Ergens nul op het rekest krijgen.
Hij is kaal.
Hij is te nieuwsgierig.