Spreekwoorden op trefwoord wieg
Het paard in de wieg.
Een bordeel.
Rijk in de wieg arm in het graf.
Je weet nooit wat het leven je brengt.
Hij is niet in de wieg gesmoord.
Hij is erg oud geworden.
Dat is ook niet bij zijn wieg gezongen.
Dat had niemand van hem verwacht.
Van de wieg tot het graf.
Gedurende het gehele leven.
Tegen de wieg stoten.
Een jenever drinken.