Spreekwoorden op trefwoord zwak
De zwakke broeder.
Hij is niet zo goed.
De geest is gewillig maar het vlees is zwak.
De goede wil is er wel maar de dierlijke instinkten winnen het toch.
Vrouwen zijn zwakke vaten.
Vrouwen zijn minder sterk dan mannen.
Zij heeft een zwak kraampje.
Zij heeft een teer gestel.
Een zwak voor iemand hebben.
Iemand heel erg aardig vinden.
Iemand in zijn zwak tasten.
Iemand op een gevoelig plaats raken.