Spreekwoorden met trefwoord zeil
13 spreekwoorden gevonden
Hier getoond: 1 - 10 van 13
Hij komt met een nat zeil thuis.
Hij was onder de invloed van alcohol.
Meer
Een oog in het zeil houden.
Op blijven letten wat er gebeurt.
Meer
Hij heeft een reef in zijn zeil gelegd.
Hij beperkt zijn uitgaven.
Meer
Dat is geen zeil voor dat schip.
Die vrouw past niet bij hem.
Meer
Onder een staand zeil is het goed roeien.
Als je een beperkt vast inkomen hebt kun je door er bij te klussen er toch goed van komen.
Meer
Die in toorn handelt gaat in storm onder zeil.
Als je ondoordacht te werk gaat word je daar vaak zelf het slachtoffer van.
Meer
Wind! Zei Fokke en hij blies in 't zeil.
Alle kleine beetjes helpen.
Meer
Hij heeft zijn zeil ingebonden.
Hij heeft noodzakelijkerwijs zijn uitgaven beperkt.
Meer
Onder zeil gaan.
Gaan slapen.
Meer
Als het zeil zeurt heeft het een gat.
Je moet niet overal problemen zoeken.
Meer