De huik naar de wind hangen.
Kiezen voor degene waarvan je het meeste voordeel verwacht.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Barbertje moet hangen.
- Wie het breed heeft laat het breed hangen.
- De broodkorf hoger hangen.
- Aan iemands gat hangen.
- Die geboren is om te hangen zal niet verdrinken.
- Iets aan de haak hangen.
- Iets aan de grote klok hangen.
- Iets aan de klokkereep hangen.
- Iets aan het klokzeel hangen.
- Hangen heeft geen haast.
- Hij laat het hoofd hangen.
- Iemand over het hoofd hangen.
- Hij laat zijn kam hangen.
- Zij hangen in het kastje.
- De lier [harp] aan de wilgen hangen.
- De lier aan de wilgen hangen.
- Hij liet het in de lap hangen.
- Hij laat de lip hangen.
- Aan iemands lippen hangen.
- Er blijft te veel aan de maat en de strijkstok hangen.
- Hij laat zijn oren hangen.
- Hij is aan de pan blijven hangen.
- Het roer aan de scheg hangen.
- De sokken hangen hem op de hielen.
- Het is spel van hangen en verlangen.
- Iets aan de spijker hangen.
- Er blijft te veel aan de strijkstok hangen.
- Er blijft te veel aan de strijkstok hangen.
- De kap op de tuin hangen.
- Hij laat zijn veren hangen.
- Zijn wieken laten hangen.
- Een zaak aan de kapstok hangen.
- Molens malen met geen wind die voorbij is.
- Hij loopt met zijn neus in de wind.
- Het staal wordt in de wind gehard.
- Hij stinkt een uur in de wind.
- Hij staat een veld boven de wind.
- Dat is water en wind.
- Hij is door de wind.
- Hij heeft de wind in de zeilen.
- Hij heeft de wind eronder.
- Hij heeft wind in zijn hoofd.
- Hij krijgt de wind van voren.
- Hij laat de wind door de hekken waaien.
- Hij laat te veel wind door de hekken waaien.
- Dat stinkt een uur in de wind.
- Die tegen de wind spuwt maakt zijn baard vuil.
- Die wind zaait zal storm oogsten.
- Wie wind zaait zal storm oogsten.
- Hij is in de wind.
- Hij maakt veel wind.
- Dat is een rak in de wind.
- De wind waait uit een andere hoek.
- Wind! Zei Fokke en hij blies in 't zeil.
- De wind zit eronder.
- Veel wind weinig te malen.
- Veel wind weinig regen.
- Tegen wind en stroom is het kwaad roeien.
- Iemand de wind uit de zeilen nemen.
- Men moet zeilen terwijl de wind waait.