Een blauwe boon.
Een kogel.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij is blauw.
- Een blauwkous.
- Een blauwtje lopen.
- Iemand bont en blauw slaan.
- Blauwe duiven blauwe jongen.
- Is de hemel heden grauw morgen is hij blauw.
- Hij is lid van de blauwe knoop.
- Hij is hier pas een blauwe Maandag.
- Ik sta hier te blauwbekken.
- Ik mag een boon wezen als het niet zo is.
- Dat is een boon in een brouwketel.
- Hij wil een boon in de pot doen.