Hij heeft last van lepelzucht.
Hij heeft honger.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Het eindje draagt de last.
- Holland is in last.
- Holland is in last.
- Ik heb last van broekhoest.
- Hij heeft last van het appelmannetje.
- Hij heeft last van vliegen.
- Zij heeft last van het glazen plafond.
- Iemand tot last zijn.
- Dat zou last kunnen lijden.
- Gemene last wordt lichtst gedragen.
- Dan is Leiden in last.
- Een vrolijke gast is niemand tot last.