Hij loopt met een kast op de rug.
Hij heeft een bochel.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Honingzoete woorden brengen geen haver in de kast.
- Iemand op de kast jagen.
- De kast indraaien.
- Iemand de kast uitvegen Iemand flink de waarheid vertellen.
- Het fortuin heeft hem de rug toegekeerd.
- Het geld groeit me niet op mijn rug.
- Het geluk heeft hem de rug toegekeerd.
- Men draagt het kruis niet altijd op zijn rug.
- De peper groeit bij hem op de rug.
- Als de roe van de rug is ishet geselen gedaan.
- Dat gaat achter zijn rug om.
- Iets achter de rug hebben.
- Hij staat met zijn rug tegen de muur.
- Zijn rug jeukt.
- Een rug.
- Iemand de rug rauw rijden.
- Het spit in de rug hebben.