Kip ik heb je! Ik heb ik je gepakt.
Klaar is Kees.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij kan zijn boeltje pakken.
- Het is een slechte hond die zijn brood pakken laat.
- Iemand bij de kladden pakken.
- De klets te pakken krijgen.
- Hij moet zijn koffers pakken.
- Hij heeft het te pakken gekregen.
- Bij de pakken neerzitten.
- De pan bij de steel pakken.
- Ergens de smaak van te pakken hebben.
- Voor de vuist pakken.
- Hij heeft het ei met de kip gekregen.
- Het ei wil wijzer zijn dan de kip.
- Hij praat als een kip [kuiken] zonder kop.
- Het kuiken wil wijzer zijn dan de kip.