Menige zak wordt toegebonden die niet vol is.
Veel mensen hebben niet veel te eten.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Wat bovenin de zak zit moet er het eerst uit.
- De centen dansen hem in de zak.
- Des Duivels zak is nooit vol.
- Iemand geld uit zijn zak kloppen.
- Het geld danst in zijn zak.
- Hij houd de hand op zijn zak.
- Hij moet zijn hand in de zak steken.
- Een kat in de zak kopen.
- Knuppel uit-de-zak spelen.
- Kopen is een gat in de zak.
- Ze hebben de koppen in één zak gestoken.
- Mei koel en wak veel koren in de zak.
- Het is moeilijk alle hoofden in één zak te krijgen.
- Ze zijn met pak en zak vertrokken.
- Hij houdt zijn pijpen in zijn zak.
- Een beschaamde schooier heeft een platte zak.
- Veel woorden vullen de zak niet.
- Iemand de zak geven.
- De laatste man de zak opgeven.
- Onder in de zak vindt men de rekening.
- Iemand in de zak hebben.
- Dat sluit als een haspel in een zak.
- Een zak zout met iemand gegeten hebben.
- Iemand in de zak steken.
- Iets in zijn zak steken.
- Zak door de stront!
- Dat is zak naar zaad.
- Daar gaat veel zeggens in een zak eer hij vol is.
- Hij heeft er zijn buik van vol.
- Zij heeft een buik vol benen.
- Hij heeft zijn gat vol schulden.
- Met graantje bij graantje krijgt de hen de krop vol.
- Waar het hart van vol is vloeit de mond van over.
- Iemand de huid vol schelden.
- Waar het hart van vol is loopt de mond van over.
- Hij heeft zijn laars vol.
- De lucht hangt nog vol dagen.
- De maat is vol.
- Hij staat met de mond vol tanden.
- Iedereen heeft er de mond van vol.
- Zo vol als een pot met peren.
- Een redevoering vol bombast.
- Hij is een vat vol wetenschap.
- Dat is een vat vol tegenstrijdigheden.
- Ze waren vol zoeten wijns.
- Zeven is een galg vol.
- Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart.