Bij iemand de kunst afkijken.
Observeren hoe iemand iets doet om het later te kunnen nadoen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Zo leert men de boer de kunst af.
- Geld geweld en gunst breken recht zegel en kunst.
- Het gaat om de gunst en niet om de kunst.
- Honger is de meester van de kunst.
- Gauw en goed is de kunst van het koken.
- Hebben is hebben en krijgen is de kunst.
- De kunst gaat om brood.
- Dat is uit de kunst.
- Kunst baart gunst.
- Door oefening wordt de kunst verkregen.
- Het is vaak groter kunst te zwijgen dan te spreken.
- Het gaat met kunst- en vliegwerk.
- Iemand de greep afkijken.