Dat is een spel van kat en muis.
Het is al bekend wie daar de winnaar zal zijn.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De berg heeft een muis gebaard.
- Hij speelt met hem als de kat met de muis.
- Hij krimpt van de kou als een muis op sneeuw.
- Met man en muis vergaan.
- Van een mug [muis] een olifant maken.
- Hij is een grijze muis.
- Hij slaapt als een muis in de meelton.
- Hij zit als een muis in de val.
- Als de muis genoeg heeft dan is het meel bitter.
- Het is muis als moer een staart hebben ze allemaal.
- Zo stil als een muis.
- Is de katte niet thuis zo krevelt de muis.
- Twee vrouwen in één huis twee katten aan één muis.
- De bruid heeft de kat goed gevoerd.
- Hoe eer de vogel zingt hoe eer de kat hem wringt.
- Hij heeft de kat gestuurd.
- Zij heeft de kat niet gevoerd.
- Zij heeft de kat aan de kaas laten komen.
- Hij kijkt als een kat in een vreemd pakhuis.
- Men moet de kat niet aan de kaas laten komen.
- Men moet de kat niet bij het spek zetten.
- Hij steekt er de kat in.
- Het is net een kat als een andermans kat.
- Daar is wat in dat de kat niet lust.
- Dat kan kat nog hond verstaan.
- Als onze kat zich wast dan komt er wis een gast.
- Een kat komt altijd weer op zijn poten terecht.
- De kat muist best als zij jongen heeft.
- De kat komt een graatje toe.
- De kat zal met zijn lege maag niet weglopen.
- Dat heeft de kat van de bakker gedaan.
- De kat de bel aanbinden.
- De kat uit de boom kijken.
- De kat in het donker knijpen.
- De kat is in het garen.
- Zijn kat heeft jongen.
- Een kat een kat noemen.
- Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.
- De kat kon het spek wel zien maar niet krijgen.
- Maak dat de kat wijs.
- Een kat in de zak kopen.
- Leven als kat en hond.
- Hij is zo misselijk als een kat.
- Wat men spaart uit de mond dat is voor kat of hond.
- Een slapende kat en vangt geen rat.
- Dat is een vogeltje voor de kat.
- Hij is zo wijs als Salomo's kat.
- Hij blijft buiten spel.
- Gelukkig in het spel ongelukkig in de liefde.
- Dat is gewonnen spel.
- Hij heeft de hand mee in het spel.
- Hij speelt hoog spel.
- Ergens kort spel mee maken.
- Zijn leven staat op het spel.
- Ongelukkig in het spel gelukkig in de liefde.
- Het is net of het spel spreekt.
- Het spel moet zijn gerechtigheid hebben.
- Het is spel van hangen en verlangen.
- Het spel is op de wagen.
- Hij heeft vrij spel.
- Het is best met winst uit het spel te scheiden.