De aap vlooien.
Het geld tellen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij heeft de aap binnen.
- Aap wat heb je mooie jongen.
- Dat is de aap gevlooid.
- De aap komt uit de mouw.
- De aap aanspreken.
- In de aap gelogeerd zijn.
- Dat is een broodje aap.
- Kinderen zijn apen.
- Een klap van een lamme aap krijgen.
- Het is moeilijk oude apen leren muilen maken.
- Ontvangen worden als een aap in de porseleinkast.
- Hij heeft een beurs met vlooien.
- Hoe ruiger hond hoe meer vlooien.
- Die bij de hond slaapt betrapt van zijn vlooien.
- Wie met honden omgaat krijgt vlooien.
- Wie met honden naar bed gaat staat met vlooien op.
- Magere vlooien bijten het hardst.
- Hij gaat tekeer als een bosje vlooien.