Een groene Kerstmis een witte Pasen.
Als het met Kerstmis warm is dan is het met pasen juist koud (met sneeuw).
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Die geen wit brood en heeft gedoe met bruin.
- Hij is een man met een witte lever.
- De prins op het witte paard.
- Het is thee met witte puntjes.
- Hij gunt hem het wit in zijn oog niet.
- Hij heeft te veel wit in de ogen.
- Die niet wit en wilt worden moet uit de molen blijven.
- Wit zijn met iemand.
- Een wit voetje bij iemand hebben.
- Dat zijn witte kamaraden.
- Witte peerden eisen veel stro.
- Een witte raaf.
- Hij heeft zin noch wit.
- Iets zwart op wit hebben staan.
- Het is een slecht dorp waar het nooit kerstmis is.
- Het werd hem groen en geel voor de ogen.
- Het gras is altijd groener bij de buren.
- Hij is er niet groen op.
- Hij is zo groen als gras.
- Zijn koren groen eten.
- Onder de groene zoden liggen.
- Je krijgt dat als Pasen op Zaterdag komt.
- Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.
- Bij hem is het Pasen en Pinksteren.
- Dat zijn vijgen na Pasen.