Een snelle jongen.
Iemand met gladde (oppervlakkige) praatjes en een ditto uiterlijk.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Aap wat heb je mooie jongen.
- Een beuker van een jongen.
- Blauwe duiven blauwe jongen.
- Een haastige hond werpt blinde jongen.
- De kat muist best als zij jongen heeft.
- Zijn kat heeft jongen.
- De jongen kunnen de ouden moeten sterven.
- Zoals de ouden zongen piepen de jongen.
- Dat is een strop van een jongen.
- Hij is een vrije jongen.
- Het zijn niet allen jagers die op de hoorn blazen.
- Het zijn niet allen monniken die kappen dragen.
- Het zijn niet alleen koks die lange messen dragen.
- Het gelaat is de spiegel der ziel.
- De kop moet het gat verkopen.
- Geen mens is zijn eigen maker.
- Het zijn niet al ridders die sporen dragen.
- Aan de veren kent men de vogel.
- Zeggen en doen is twee.
- Die geen raden hebben wil kan geen wagen krijgen.
- Zout en zuur krenkt de natuur.