Er bleef geen oud wijf achter het spinnewiel.
Iedereen kwam kijken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Daar heeft de bakker zijn wijf doorgejaagd.
- Die zijn gemak moede is neme een wijf.
- Zij is een horzel van een wijf.
- Zij is een Kenau van een wijf.
- Oud en stijf en nog geen wijf.
- Hij is een oud wijf.
- Hij heeft een smaak in zijn mond als een oud wijf.
- Zij is een tang van een wijf.
- Het is Truydeman [Truieman] en zijn wijf.
- Een dragonder van een wijf.
- Zelden vindt men een wijf zonder knorren of gekijf.
- Iemand achter de bank schuiven.
- Iemand achter de broek zitten.
- Hij heeft flink wat achter de knopen.
- Zij zijn achter de haag getrouwd.
- Iets achter de kiezen steken.
- Dat valt achter de koffer.
- De paarden achter de wagen spannen.
- Ergens een punt achter zetten.
- Hij is achter de puttings gevallen.
- Dat gaat achter zijn rug om.
- Iets achter de rug hebben.
- Het staat achter de schuine deur.
- De stok staat achter de deur.
- Ergens vaart achter zetten Snel aktie nemen.
- Iemand achter de veren zitten.
- Iemand achter de vodden zitten.
- Zij heeft het wiegstro nog achter de oren.
- Hij is niet zuiver achter zijn vestje.
- Hij heeft zwoerd achter zijn oren.
- Als de Duivel oud is wordt hij eremijt.
- De Duivel is oud.
- Jong geleerd [gewend] oud gedaan.
- Jong een hoer oud onder de preekstoel.
- Die jong rijdt moet oud lopen.
- Wie jong rijdt moet oud lopen.
- Die jong spaart lijdt oud geen gebrek.
- Beter jong gestorven Als oud bedorven.
- Een nieuwe lap zetten op een oud kleed.
- Dat is lood om oud ijzer.
- Het is lood om oud ijzer.
- Jong een hoveling oud verschoveling.
- Wie niet oud wil worden moet zich jong ophangen.
- Men is nooit te oud om te leren.
- Dat is wat nieuws op een oud thema.
- Hij wordt als oud vuil behandeld.
- Dat is zo oud als Methusalem.
- Jong en oud op het eind wordt alles koud.
- Dat is erg oud.
- Wat oud is knort graag; wat jong is speelt graag.
- Een oud besje.
- Dat is een oud hartzeer.
- Waar oud hooi is daar is ook oud geld.
- Op oud ijs vriest het licht.
- Een oud paard jaagt men aan de dijk.
- Het is een oud paard uit de Openbaring.
- Dat is zo oud als de straat.
- Zij is een oud vel.
- Dat is oud vuil.
- Dat is zo oud als de weg naar Rome.
- Dat is zo oud als de weg naar Kralingen.
- Oud zeer open krabben.
- Jong te paard [peerd] oud te voet.
- Toen David oud werd maakte hij psalmen.
- Toen de Duivel oud werd werd hij eremijt.