De paarden achter de wagen spannen.
Het verkeerd aanpakken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Iemand achter de bank schuiven.
- Er bleef geen oud wijf achter het spinnewiel.
- Iemand achter de broek zitten.
- Hij heeft flink wat achter de knopen.
- Zij zijn achter de haag getrouwd.
- Iets achter de kiezen steken.
- Dat valt achter de koffer.
- Ergens een punt achter zetten.
- Hij is achter de puttings gevallen.
- Dat gaat achter zijn rug om.
- Iets achter de rug hebben.
- Het staat achter de schuine deur.
- De stok staat achter de deur.
- Ergens vaart achter zetten Snel aktie nemen.
- Iemand achter de veren zitten.
- Iemand achter de vodden zitten.
- Zij heeft het wiegstro nog achter de oren.
- Hij is niet zuiver achter zijn vestje.
- Hij heeft zwoerd achter zijn oren.
- Die geen raden hebben wil kan geen wagen krijgen.
- Zijn hachje wagen.
- Ergens zijn huid aan wagen.
- Daar is de lens uit de wagen.
- Dat was een rad uit zijn wagen.
- Dat is een rad uit de wagen.
- Het spel is op de wagen.
- De sprong wagen.
- Hij is daar het vijfde rad aan de wagen.
- Het slechtste wiel van de wagen kraakt meest.
- De wagen gaat daar niet recht.
- Zich wagen in het hol van de leeuw.
- Zijn wagen rolt over een zandweg.
- Die winnen wil moet wagen.
- Iemand het hemd op zijn achterste spannen.
- Men kan de snaren niet te sterk spannen.
- De vierschaar spannen.
- Ongelijke paarden trekken kwalijk.
- Het oog van de meester maakt de paarden vet.
- Hij kijkt de paarden in het gat.
- Hij moet de paarden in het gat kijken.
- De paarden die de haver verdienen krijgen ze niet.
- Paarden die de haver verdienen krijgen hem niet.
- paarden in rondrijden kan.
- De beste paarden moeten op stal gezocht worden.
- De beste paarden staan op stal.
- Hij heeft vlees van dooie paarden gegeten.