Daar is de lens uit de wagen.
Daar is het verkeerd gegaan.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Die geen raden hebben wil kan geen wagen krijgen.
- Zijn hachje wagen.
- Ergens zijn huid aan wagen.
- De paarden achter de wagen spannen.
- Dat was een rad uit zijn wagen.
- Dat is een rad uit de wagen.
- Het spel is op de wagen.
- De sprong wagen.
- Hij is daar het vijfde rad aan de wagen.
- Het slechtste wiel van de wagen kraakt meest.
- De wagen gaat daar niet recht.
- Zich wagen in het hol van de leeuw.
- Zijn wagen rolt over een zandweg.
- Die winnen wil moet wagen.
- Hij is lens.
- Iemand lens slaan.