Er hangt onweer in de lucht.
Er gaat iets vervelends gebeuren.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De donder hangt in de lucht.
- Hij sloeg een gat [houw] in de lucht.
- Aan zijn gemoed lucht geven.
- De kou is uit de lucht.
- Jij bent lucht voor mij.
- Zij schermen in de lucht.
- Van de lucht kan men niet leven.
- Lucht geven aan.
- De lucht hangt nog vol dagen.
- Dat is uit de lucht gegrepen.
- Dat kwam uit de lucht vallen.
- Het is een slag in de lucht.
- Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart.
- Meeuwen op het land onweer aan het strand.