Dat kwam uit de lucht vallen.
Dat kwam onverwachts.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Daar zal averij vallen.
- Uit de boot vallen.
- Met de deur in huis vallen.
- Op zijn doos vallen.
- Waar gehakt wordt vallen spaanders.
- Ik wil om de keur niet van de balk [trappen] vallen.
- Van mallen komt vallen.
- Door de mand vallen.
- Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.
- Peerden vallen ook al hebben ze vier poten.
- De regen komt met bakken uit de hemel vallen.
- De schellen vallen hem van de ogen.
- Daar gaan klappen vallen.
- In katzwijm vallen.
- De riemen laten vallen.
- Ergens over vallen.
- Vallen en opstaan is geen schande.
- Van de ene verbazing in de andere vallen.
- De donder hangt in de lucht.
- Hij sloeg een gat [houw] in de lucht.
- Aan zijn gemoed lucht geven.
- De kou is uit de lucht.
- Jij bent lucht voor mij.
- Zij schermen in de lucht.
- Van de lucht kan men niet leven.
- Lucht geven aan.
- De lucht hangt nog vol dagen.
- Dat is uit de lucht gegrepen.
- Er hangt onweer in de lucht.
- Het is een slag in de lucht.
- Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart.
- Dat kwam als een donderslag bij heldere hemel.
- Dat kwam falikant uit.
- Hij kwam juist op het kippen.
- Hij kwam met de klompen in het gelag.
- Hij kwam met de nachtschuit.
- Hij kwam van de oever in de gracht.
- Hij kwam er te pas als een varken in een Jodenhuis.
- Dat kwam van pas.
- Hij kwam plotseling uit de hoek.
- Hij kwam van de regen in de drup.
- Daar kwam een stuk vlees op tafel van Benjamin.