Daar kwam een stuk vlees op tafel van Benjamin.
Daar werd een overvloedige dis aangeboden.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij is Benjamin af.
- Hij is de Benjamin.
- Dat is een stuk boter in de brij.
- Dat is een stuk boter in de pap.
- Een stuk in zijn botten hebben.
- Het is een stuk ongeluk.
- Hij heeft een stuk in zijn kas.
- Hij heeft een stuk in zijn kraag.
- Hij heeft een stuk in zijn laars.
- Hij heeft een stuk in zijn raap.
- Hij raakt van zijn stuk.
- Voet bij stuk houden.
- Hij is een vreemd stuk fatsoen.
- Hij is zeker van zijn stuk.
- Dat kwam als een donderslag bij heldere hemel.
- Dat kwam falikant uit.
- Hij kwam juist op het kippen.
- Hij kwam met de klompen in het gelag.
- Dat kwam uit de lucht vallen.
- Hij kwam met de nachtschuit.
- Hij kwam van de oever in de gracht.
- Hij kwam er te pas als een varken in een Jodenhuis.
- Dat kwam van pas.
- Hij kwam plotseling uit de hoek.
- Hij kwam van de regen in de drup.
- Dat is hem een doorn in het vlees.
- De geest is gewillig maar het vlees is zwak.
- Gestuurd vlees smaakt niet.
- Beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees.
- Het is er zo veilig als vlees in een hondekot.
- Strelende katjes halen het vlees uit de pot.
- Hij heeft vlees van dooie paarden gegeten.
- Hij heeft het vlees liever dan de botten.
- Hij houdt het vlees onder de pekel.
- Dat vlees is verkocht.
- Iemand van vlees en bloed.
- Daar is vlees in de kuip.
- Het is vlees van mijn vlees.
- Willen weten wat voor vlees je in de kuip hebt.
- Men steekt gaarne zijn voeten onder een eigen tafel.
- Gescheiden zijn van tafel en bed.
- Grillen zei de snijder en hij beet in de tafel.
- Hij heeft daar een tafel en een bed.
- Iemand onder tafel drinken.
- De tafel de nodige eer bewijzen.