Hij heeft een stuk in zijn kas.
Hij heeft teveel gedronken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat is een stuk boter in de brij.
- Dat is een stuk boter in de pap.
- Een stuk in zijn botten hebben.
- Het is een stuk ongeluk.
- Hij heeft een stuk in zijn kraag.
- Hij heeft een stuk in zijn laars.
- Hij heeft een stuk in zijn raap.
- Daar kwam een stuk vlees op tafel van Benjamin.
- Hij raakt van zijn stuk.
- Voet bij stuk houden.
- Hij is een vreemd stuk fatsoen.
- Hij is zeker van zijn stuk.
- Hij beheert de Judas Hij beheert de kas.
- Hij staat in de kas bij zijn patroon.
- Op zijn kas krijgen.
- Een kerel als Kas.