Het gouden kalf aanbidden.
Zeer veel hechten aan rijkdom.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat zijn appels op gouden benen.
- Iemand gouden bergen beloven.
- Hij belooft gouden bergen.
- Hij vist met een gouden net.
- Handwerk heeft een gouden bodem.
- Hij heeft een huis met een gouden dak.
- Koeien met gouden horens beloven.
- Een koude mei een gouden mei.
- Zijn woorden zijn gouden appelen in zilveren schalen.
- Hij is zo dom als een kalf.
- Met een dood kalf is het gemakkelijk sollen.
- Met een andermans kalf ploegen.
- Zij huppelt als een kalf.
- Als het kalf verdronken is dempt men de put.
- Het is een kalf Mozes.
- Het kalf moet uit zijn natuur dansen.
- Hij is een kalf van een vent.
- Wie de koe koopt heeft het kalf toe.
- Die de koe trouwt heeft ook het kalf.
- De koe is vergeten dat hij kalf geweest is.
- Het gemeste kalf slachten.