Het is een huishouden van Jan Steen.
Het is er een wanboel.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De steen des aanstoots.
- Een steen in zijn boezem dragen.
- De gestage drup holt de steen uit.
- Er is een steen van zijn hart gevallen.
- Hij heeft een hart van steen.
- Van zijn hart een steen maken.
- Dat is een huishouden van Jan Steen.
- De een roept kalk en de ander om steen.
- Kalk en steen metstelt wel.
- Hij is zo koud als een kommetje van steen.
- Steen en been klagen.
- Dat ligt hem als een steen op de maag.
- Het vriest steen en been.
- De steen der wijzen zoeken.
- Jan Allemachtig.
- Hij geeft antwoord op de naam Jan.
- Jan de behanger.
- Hij is een Jan Courage.
- Hij slaat eronder als Malle Jan onder de kippen.
- Jan Gajes.
- Jan Gat.
- Jan Goddomme.
- Jan Gort.
- Hij is een Jan Hen.
- Jan Hen.
- Hij is boven Jan.
- Mettertijd komt Jan in de broek en Griet in de rokken.
- Zo komt Jan Splinter door de winter.
- Daar is ouwe Jan en jonge Jan.
- Wat Jantje is zal Jan worden.
- Jan Kalebas.
- Hij staat te kijken als malle Jan.
- Jan Krediet die woont hier niet.
- Jan Krent.
- Jan Lul.
- Jan Modaal.
- Jan Moeial.
- Ome Jan.
- Iets naar Ome Jan brengen.
- Jan Ongeluk.
- Jan Pappelap.
- Jan met de pet.
- Jan Pret.
- Jan Publiek.
- Jan Rap en zijn maat.
- Jan Rap en zijn maten.
- Dat is een redenering van Jan Kalebas.
- Jan de Rijmer.
- Met Sint Jan slaat de eerste maaier an.
- Jan Vlegel.
- Jan de Wasser.
- Dat is een wijn van Jan Langarm.
- Jan Zakkenwasser.
- Vrede in het huishouden is de beste geldkoffer.
- Een huishouden van Kea.
- Het is een huishouden van Kea Het is er een wanboel.
- Het is daar een slordig en vies huishouden.