Dat ligt hem als een steen op de maag.
Dat is voor hem een groot probleem waarvoor hij geen oplossing weet.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De steen des aanstoots.
- Een steen in zijn boezem dragen.
- De gestage drup holt de steen uit.
- Er is een steen van zijn hart gevallen.
- Hij heeft een hart van steen.
- Van zijn hart een steen maken.
- Dat is een huishouden van Jan Steen.
- Het is een huishouden van Jan Steen.
- De een roept kalk en de ander om steen.
- Kalk en steen metstelt wel.
- Hij is zo koud als een kommetje van steen.
- Steen en been klagen.
- Het vriest steen en been.
- De steen der wijzen zoeken.
- Dat ligt als beton op de maag.
- Een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag.
- Mijn hart [maag] draait ervan om.
- Honger maakt een grage maag.
- De kat zal met zijn lege maag niet weglopen.
- Iemand iets in zijn maag splitsen.
- Dat ligt hem zwaar op de maag.
- Mijn maag jeukt.
- Mijn maag rammelt.
- Een volle maag studeert niet graag.
- Zijn maag [lijf] op de leest zetten.
- Hij heeft een mot in zijn maag.
- Het oog was groter dan de maag.
- De ratten zullen niet met zijn lege maag weglopen.