Een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag.
Het is goed om af en toe eens een glassje te drinken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat ligt als beton op de maag.
- Mijn hart [maag] draait ervan om.
- Honger maakt een grage maag.
- De kat zal met zijn lege maag niet weglopen.
- Iemand iets in zijn maag splitsen.
- Dat ligt hem zwaar op de maag.
- Mijn maag jeukt.
- Mijn maag rammelt.
- Een volle maag studeert niet graag.
- Zijn maag [lijf] op de leest zetten.
- Hij heeft een mot in zijn maag.
- Het oog was groter dan de maag.
- De ratten zullen niet met zijn lege maag weglopen.
- Dat ligt hem als een steen op de maag.
- Geluk en glas breekt even ras.
- Zijn glas kuisen.
- Het is een storm in een glas water.
- Te veel zorg breekt het glas.
- God is geen spreker doch op Zijn tijd een wreker.
- Als buurmans huis brandt is het tijd om uit te zien.
- Koop het in de tijd en gebruik het in de nood.
- Een krijgsman wint al veel al wint hij niets dan tijd.
- Oordeel niet voor de tijd.
- Met passen en meten wordt de meeste tijd versleten.
- Dat zal een behoorlijke tijd gaan duren.
- Hij weet tijd en tij te kavelen.
- Hij weet de tijd goed uit te kopen.
- Neemt uw tijd te baat te vroeg is beter dan te laat.
- Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
- Komt tijd Komt raad.
- Hij is bij de tijd.
- Tijd slijt.
- De tijd uitkopen.
- Bij tijd en wijle.
- Het is tijd dat ik mijn anker licht.
- Tijd is geld.
- De tijd zal het leren.
- De tijd zal het leren.
- Tijd brengt raad.
- De tijd baart rozen.
- De tijd is snel gebruikt hem wel.
- Met tijd en stond gaat men de wereld rond.
- Met tijd en stro rijpen de mispels.
- Tijd heeft vleugels en geen teugels.
- Met tijd en vlijt geraakt men wijd.
- Het staat hem zo handig als de mot het haspelen.
- Daar zit de mot in.
- Iets in de mot hebben.
- Mot hebben met iemand.