Het licht zien.
Geboren worden.
Trefwoorden
lichtSpreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Vele handen maken licht werk.
- Veel handen maken licht werk.
- Wie een hond wil slaan kan licht een stok vinden.
- Het huis is licht en dicht.
- Grote lantaarn klein licht.
- De lamp geeft weinig licht.
- Hij is een lantaarn zonder licht.
- Er ging hem een licht op.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Men moet zijn licht niet onder de korenmaat zetten.
- Een oude vogel is niet licht te vangen.
- Een oude rat vindt licht een gat.
- Iets licht opvatten.
- Hij is licht te belezen.
- Iemands licht betimmeren.
- Het is licht dansen op andermans vloer.
- Hij licht de hielen.
- Licht land loos volk.
- Dat is zo licht als een pluim.
- Laat uw licht schijnen voor de mensen.
- Iemand in het licht staan.
- Iemand het licht uitblazen.
- Op oud ijs vriest het licht.
- Wie met pek omgaat wordt licht [ermee] besmet.
- Het is tijd dat ik mijn anker licht.
- Een vos is niet licht met één strik te vangen.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.
- Diepe zwemmers licht te grond.