Een oude vogel is niet licht te vangen.
Slimme en ervaren mensen laten zich niet makkelijk beetnemen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Het is een goeien om biggen te vangen.
- Hij is onder een hoedje te vangen.
- Met onwillige honden is het kwaad hazen vangen.
- Honden op de band vangen geen hazen.
- Honden aan de lijn vangen geen hazen.
- Het is kwaad oude vossen te vangen.
- Slapende vossen vangen geen hennen.
- Slapende vossen vangen geen hennen.
- Een spierinkje gooien om een kabeljauw te vangen.
- Met trommels is het kwaad hazen vangen.
- Zijn bakkes zal vliegen vangen.
- Een vos is niet licht met één strik te vangen.
- Men moet vossen met vossen vangen.
- Vele handen maken licht werk.
- Veel handen maken licht werk.
- Wie een hond wil slaan kan licht een stok vinden.
- Het huis is licht en dicht.
- Grote lantaarn klein licht.
- De lamp geeft weinig licht.
- Hij is een lantaarn zonder licht.
- Er ging hem een licht op.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Men moet zijn licht niet onder de korenmaat zetten.
- Een oude rat vindt licht een gat.
- Iets licht opvatten.
- Het licht zien.
- Hij is licht te belezen.
- Iemands licht betimmeren.
- Het is licht dansen op andermans vloer.
- Hij licht de hielen.
- Licht land loos volk.
- Dat is zo licht als een pluim.
- Laat uw licht schijnen voor de mensen.
- Iemand in het licht staan.
- Iemand het licht uitblazen.
- Op oud ijs vriest het licht.
- Wie met pek omgaat wordt licht [ermee] besmet.
- Het is tijd dat ik mijn anker licht.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.
- Diepe zwemmers licht te grond.
- Hoe eer de vogel zingt hoe eer de kat hem wringt.
- Eerst het kooitje klaar en dan het vogeltje erin.
- Hij is zo levendig als het vogeltje dat koe heet.
- De man een vogel de boer een gans.
- Hij is een slimme vogel.
- Stroken voor stroken maakt de vogel zijn nest.
- Aan de veren kent men de vogel.
- De veren maken de vogel.
- Vlieg wil ook vogel zijn.
- Hij heeft de vogel over het touw laten gaan.
- Men kent de vogel aan zijn veren.
- Men kent de vogel niet aan zijn pluimen.
- Die de vogel vindt die mag hem roven.
- Een vogel zingt zowel van armoe als van weelde.
- De vogel is gevlogen.
- Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is.
- Dat is een vogeltje voor de kat.
- Hij is een vreemde vogel.
- Hij is zo vrij als een vogeltje .