Het werk wordt met de Franse slag gedaan.
Het werk wordt afgeraffeld.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Na gedane arbeid [werk] is het goed rusten.
- Een goed begin is het halve werk.
- Bergen werk verzetten.
- Boffen en blazen werk van dwazen.
- Hij vindt een haar in het werk.
- Vele handen maken licht werk.
- Veel handen maken licht werk.
- Geen werk zonder honing.
- In de kerk is altijd werk.
- De kroon op het werk zetten.
- Hij krijgt loon naar werk.
- Ga tot de mieren gij luiaard! Ga aan het werk.
- De morgen doet het werk.
- Dat is onbegonnen werk.
- Overleg is het halve werk.
- Sterven is geen verloren werk.
- Verandering van werk is rust in de lenden.
- Vuur en liefde trekken sterk en beletten menig werk.
- Hij gaat te werk volgens de wet en de profeten.
- Goede alm maakt goed werk.
- Morgenwerk gulden werk.
- Geen honing zonder werk.
- Zonder werk geen honig.
- Met dat werk heeft hij een eerzuil opgericht.
- Een nieuw werk op stapel zetten.
- Het einde kroont het werk.
- Het werk wordt afgeroffeld.
- Werk maken van iets.
- Het werk wel overleid is half voltrokken.
- Waar werk is is ook honig.
- Iemand werk uit handen nemen.
- Veel werk en weinig honing.
- Aan het werk kent men de meester.
- Het werk loont zijn meester.
- Het werk prijst zijn meester.
- Waar het werk bij het vuur ligt is brand te vrezen.
- Er is werk aan de winkel.
- Beloften half gedaan zijn haast in rook vergaan.
- Met geld en goede woorden krijgt men veel gedaan.
- Jong geleerd [gewend] oud gedaan.
- Zo gewend zo gedaan.
- Hoe harder dat het regent hoe gauwer is het gedaan.
- Het is gedaan met Kaatje.
- Dat heeft de kat van de bakker gedaan.
- Als het op is is het koken gedaan.
- Als het op is is het kopen gedaan.
- Als het op is is het malen gedaan.
- Als de roe van de rug is ishet geselen gedaan.
- Zijn hoge sprongen zijn gedaan.
- Dat is voor een vissersdeur gedaan.
- Een boom valt niet met de eerste slag.
- Hij houdt een slag om de arm.
- Zonder slag of stoot.
- Ergens slag van hebben.
- Hij is van slag.
- Zijn slag slaan.
- Iemand uit de slag helpen.
- Het is een slag in de lucht.
- Ergens een slag naar slaan.
- Zijn hemd in de Franse dag doen.
- Zijn Franse kerk staat open.
- Ergens de Franse zweep over leggen.