Hij heeft een neus als een hond.
Hij komt overal achter.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij zoekt naar zijn bril en heeft hem op de neus.
- Iemand een bril op de neus zetten.
- Dat gebeurde tussen neus en lippen door.
- Iemand de klem op de neus zetten.
- Iemand een knip op de neus zetten.
- Hij heeft een neus als een kapstok.
- Hij kreeg het in de neus.
- Hij loopt met zijn neus in de wind.
- Hij valt met zijn neus [achterste] [gat] in de boter.
- Hij zei het bij zijn neus langs.
- Dat is hem door de neus geboord.
- Ze hebben hem bij de neus gehad.
- Iemand met de neus kunnen aanwijzen.
- Wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht.
- Hij maakt veel van zijn neus.
- Zijn neus krult.
- Van zijn neus een anker maken.
- Hij is met zijn neus in de boter gevallen.
- Tussen neus en lippen door.
- Iemand de pen op de neus zetten.
- Iemand een praam op de neus zetten.
- Hij heeft een snee in zijn neus.
- Het is een wassen neus.
- Hij heeft een wild haar in de neus.
- Het is een slechte hond die zijn brood pakken laat.
- Hij is van de brouwer zijn hond gebeten.
- Hij is de gebeten hond.
- Het haar van de hond erop.
- Een haastige hond werpt blinde jongen.
- Hij kan hond nog stront zeggen.
- Hij kijkt als een hond op een zieke koe.
- Daar ligt de hond begraven.
- Hoe ruiger hond hoe meer vlooien.
- De hond zit hem op de tas.
- De hond in de pot vinden.
- Die bij de hond slaapt betrapt van zijn vlooien.
- Wie een hond wil slaan kan licht een stok vinden.
- Een hond is stout op zijn eigen dam.
- Jaag een hond weg je krijgt een rekel weer.
- Dat kan kat nog hond verstaan.
- Het krullen van de steert is het fatsoen van de hond.
- Bij kleine lapjes leert men een hond leer eten.
- Leven als kat en hond.
- Wat men spaart uit de mond dat is voor kat of hond.
- Hij werd ontvangen als een hond in een kegelspel.
- Twaalf boeren en een hond zijn dertien rekels.
- Hij is er zo welkom als een hond in de keuken.
- Een blode hond wordt zelden vet.
- Hij is zo ziek als een hond.