Hij heeft haar op de tanden.
Hij kan zich goed verdedigen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met tanden
Ergens zijn tanden inzetten.
Zich ergens helemaal op concentreren.
Meer
Handen stil, tanden stil.
Je zult moeten werken voor de kost.
Meer
Het bit op de tanden nemen.
Op hol slaan.
Meer
Het gebit op de tanden nemen.
Hard weglopen.
Meer
Hij eet met lange tanden.
Hij eet maar heeft helemaal geen trek.
Meer