Hij heeft het hooi binnen.
Hij heeft teveel gedronken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij heeft de aap binnen.
- Hij is binnen.
- Hij is binnen mikken.
- De vlam moet binnen het dak blijven.
- Je moet zorgen dat je voor de bui binnen bent.
- Hij staat daar als een ezel tussen twee oppers hooi.
- De ganzen geloven niet dat de kiekens hooi eten.
- Hij krijgt dat hooi wel op zijn gaffel.
- Hij is hooi aan het dorsen.
- Dat gebeurt te hooi en te gras.
- Het hooi is op en de koe is dood.
- Het hooi moet het paard niet volgen.
- Als het hooi het paard volgt dan wil het gegeten zijn.
- Waar oud hooi is daar is ook oud geld.
- Rot mijn hooi mijn kool groeit.
- Verrot mijn hooi zo wast mijn kool.
- Het is te vinden als een naald in een voer hooi.