Hij heeft last van vliegen.
Hij is een stotteraar.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een arend vangt geen vliegen.
- Van de dam vliegen.
- Waar duiven zijn vliegen duiven henen.
- In de nood eet de Duivel vliegen.
- Zij kwamen erop af als vliegen op de suiker.
- Men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen.
- God spijst de vogels maar ze moeten er om vliegen.
- Van iemands hand vliegen.
- In de kaars vliegen.
- Om de kaars vliegen.
- Iemand naar de keel vliegen.
- Kraaien en duiven vliegen nooit samen.
- Magere vliegen bijten scherp.
- Hij slaat twee vliegen in één klap.
- Beter doorhet vuur te vliegen dan er door te kruipen.
- Hij wil hoger vliegen dan hij kan.
- Zijn bakkes zal vliegen vangen.
- Zij vliegen elkaar in de haren.
- Er vliegen geen uilen met bonte kraaien.
- Het eindje draagt de last.
- Holland is in last.
- Holland is in last.
- Ik heb last van broekhoest.
- Hij heeft last van het appelmannetje.
- Hij heeft last van lepelzucht.
- Zij heeft last van het glazen plafond.
- Iemand tot last zijn.
- Dat zou last kunnen lijden.
- Gemene last wordt lichtst gedragen.
- Dan is Leiden in last.
- Een vrolijke gast is niemand tot last.