Iemand de hielen likken.

Slijmen met iemand.

Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden

Spreekwoorden met hielen

De sokken hangen hem op de hielen.

Hij is niet netjes.

Hij licht de hielen.

Hij vlucht.

Hij ziet naar zijn hielen om.

Hij vlucht.

Iemand de hakken [hielen] laten zien.

Wegrennen.

Iemand op de hielen zitten.

Iemand bijna te pakken hebben.

Spreekwoorden met likken

Hij heeft aan de pan gelikt.

Het is niet goed met hem gegaan.

Hij zal er duim en vingers naar likken.

Hij zal dat graag willen hebben.

Lichaamsdelen Duim Lichaamsdelen Vinger

Iemand het gat likken.

Heel erg met iemand slijmen.

Van de kapittelstok likken.

Het rechtmatige deel krijgen.

Deze website gebruikt cookies. Deze website maakt gebruik van cookies.

Ons cookiebeleid