De sokken hangen hem op de hielen.
Hij is niet netjes.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met hangen
Iemand overal volgen.
Zeer geïnteresseerd naar iemands verhalen luisteren.
Ook al is men onschuldig, er zal een schuldige aangewezen worden.
Bezuinigen.
Kiezen voor degene waarvan je het meeste voordeel verwacht.
Spreekwoorden met hielen
Hij vlucht.
Hij vlucht.
Wegrennen.
Slijmen met iemand.
Iemand bijna te pakken hebben.
Spreekwoorden met sokken
Dat is een goedsul.
Het is een laf persoon.
Iemand die 'alternatief' is; biologisch eet en erg voor het milieu is.
Hij is snel weggegaan.
Hij is een lafaard.