Iemand de keel schrapen.
Iemand uithoren.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De baard in de keel krijgen.
- Het blijft hem in de keel spreken.
- Hij heeft een brok in de keel.
- Hij heeft een graat in de keel.
- Een graat in de keel krijgen.
- Het hart klopt in mijn keel.
- Hij heeft de hoek in de keel.
- Het hangt mij de keel uit.
- De keel kost veel.
- Iemand naar de keel vliegen.
- Hij heeft een kikker in de keel.
- Het kind zette een keel op.
- Iemand het mes op de keel zetten.
- Hij heeft schotsen in zijn keel.
- Hij kan een stok in zijn keel steken.
- De woorden bleven hem in de keel steken.
- Iemand de woorden uit de keel trekken.
- Iemand de tong schrapen.