Iemand de kraag volliegen.
Dronken zijn.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met kraag
Dat zal hem de kraag kosten.
Dat wordt hem fataal.
Meer info
Meer
Hij heeft een stuk in zijn kraag.
Hij heeft teveel gedronken.
Meer info
Meer
Iemand bij zijn kraag krijgen.
Wraak nemen.
Meer info
Meer
Iemand in de kraag vatten.
Iemand oppakken.
Meer info
Meer
Iets in zijn kraag lappen.
Al zijn geld aan drank besteden.
Spreekwoorden over Geld
Spreekwoorden over Drankgebruik
Meer info
Meer