Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met lappen
Hij had een nors en ontevreden gezicht.
Hij ligt te slapen.
Hij kreeg een flinke vermaning.
Iemand beetpakken.
Iemand aanklagen.
Spreekwoorden met kraag
Dat wordt hem fataal.
Hij heeft teveel gedronken.
Wraak nemen.
Dronken zijn.
Iemand oppakken.