Iemand een oor aannaaien.
Iemand bedonderen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met oor
De spreker had het oor van de vergadering.
De spreker had alle aandacht.
Meer info
Meer
Het ging het ene oor in en het andere weer uit.
Hij hoorde het wel maar was het ook meteen weer vergeten.
Meer info
Meer
Het varken is op een oor na gevild.
Het is bijna afgerond.
Dieren
Varken
Meer info
Meer
Hij heeft een snee in zijn oor.
Hij heeft teveel gedronken.
Meer info
Meer
Hij heeft een vlo in zijn oor.
Hij is niet rustig.
Dieren
Vlo
Meer info
Meer