Iemand zijn koek boteren.
Iemand slaag geven.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met koek
De koek is op.
Er valt niets meer te verdelen; het feest is voorbij.
Meer info
Meer
Het is koek en ei tussen die twee.
Zij kunnen het prima met elkaar vinden.
Meer info
Meer
Ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wilt.
Iedereen heeft zijn eigen manier om dingen te doen.
Eten & drinken
Eten
Meer info
Meer
Koek naar geld.
Iets dat goedkoop is is ook vaak van slechtere kwaliteit.
Spreekwoorden over Kwaliteit
Meer info
Meer