Knuppel uit-de-zak spelen.
Slaag geven.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De baron spelen.
- De beest spelen.
- Eigen rechter spelen.
- Hij wil uit een andere grondtoon spelen.
- Met open kaart spelen.
- Iemand in de kaart spelen.
- Op de klomp spelen.
- Parten spelen.
- Op de poot spelen.
- Schuilevinkje spelen.
- Handjeplak spelen met iemand.
- Van spelen komt kwelen.
- Zij spelen onder één hoedje.
- Haas-op spelen.
- Leentjebuur spelen.
- Ze spelen mooi weer van mijn geld.
- Iemand een trek spelen.
- iemands trots in te spelen.
- Met vuur spelen.
- Wat bovenin de zak zit moet er het eerst uit.
- De centen dansen hem in de zak.
- Des Duivels zak is nooit vol.
- Iemand geld uit zijn zak kloppen.
- Het geld danst in zijn zak.
- Hij houd de hand op zijn zak.
- Hij moet zijn hand in de zak steken.
- Een kat in de zak kopen.
- Kopen is een gat in de zak.
- Ze hebben de koppen in één zak gestoken.
- Mei koel en wak veel koren in de zak.
- Het is moeilijk alle hoofden in één zak te krijgen.
- Ze zijn met pak en zak vertrokken.
- Hij houdt zijn pijpen in zijn zak.
- Een beschaamde schooier heeft een platte zak.
- Veel woorden vullen de zak niet.
- Iemand de zak geven.
- De laatste man de zak opgeven.
- Onder in de zak vindt men de rekening.
- Menige zak wordt toegebonden die niet vol is.
- Iemand in de zak hebben.
- Dat sluit als een haspel in een zak.
- Een zak zout met iemand gegeten hebben.
- Iemand in de zak steken.
- Iets in zijn zak steken.
- Zak door de stront!
- Dat is zak naar zaad.
- Daar gaat veel zeggens in een zak eer hij vol is.