Spreekwoorden met spelen
20 spreekwoorden gevonden
1 - 20 van 20Zich beter en welgestelder voordoen dan dat men is.
Zich grof gedragen.
Zelf bepalen wat goed en fout is zonder acht te slaan op de bestaande regels.
Vluchten.
Iemand helpen omdat men denkt er zelf ook beter van te worden.
Hij wil over een ander onderwerp praten.
Iemand beetnemen.
Precies doen wat iemand wil.
Op iemands gemoed werken.
Slaag geven.
Telkens bij iedereen wat lenen maar zelden iets teruggeven.
Eerlijk zijn plannen vertellen.
Gevaarlijk te werk gaan.
Schelden en tieren.
Razen en tieren.
Bedriegen.
Verstoppertje spelen.
Als je steeds het gevaar opzoekt zul je ook aan het gevaar doodgaan.
Ze zijn royaal op mijn kosten; zij zijn goed af.
Zij spannen samen.