Spreekwoorden met spelen

20 spreekwoorden gevonden

1 - 20 van 20
De baron spelen.

Zich beter en welgestelder voordoen dan dat men is.

Meer info
De beest spelen.

Zich grof gedragen.

Meer info
Eigen rechter spelen.

Zelf bepalen wat goed en fout is zonder acht te slaan op de bestaande regels.

Meer info
Haas-op spelen.

Vluchten.

Dieren Haas
Meer info
Handjeplak spelen met iemand.

Iemand helpen omdat men denkt er zelf ook beter van te worden.

Meer info
Hij wil uit een andere grondtoon spelen.

Hij wil over een ander onderwerp praten.

Meer info
Iemand een trek spelen.

Iemand beetnemen.

Meer info
Iemand in de kaart spelen.

Precies doen wat iemand wil.

Meer info
iemands trots in te spelen.

Op iemands gemoed werken.

Meer info
Knuppel uit-de-zak spelen.

Slaag geven.

Meer info
Leentjebuur spelen.

Telkens bij iedereen wat lenen maar zelden iets teruggeven.

Meer info
Met open kaart spelen.

Eerlijk zijn plannen vertellen.

Meer info
Met vuur spelen.

Gevaarlijk te werk gaan.

Spreekwoorden over Gevaar
Meer info
Op de klomp spelen.

Schelden en tieren.

Meer info
Op de poot spelen.

Razen en tieren.

Meer info
Parten spelen.

Bedriegen.

Meer info
Schuilevinkje spelen.

Verstoppertje spelen.

Meer info
Van spelen komt kwelen.

Als je steeds het gevaar opzoekt zul je ook aan het gevaar doodgaan.

Spreekwoorden over Dood Spreekwoorden over Gevaar
Meer info
Ze spelen mooi weer van mijn geld.

Ze zijn royaal op mijn kosten; zij zijn goed af.

Meer info
Zij spelen onder één hoedje.

Zij spannen samen.

Meer info

Deze website gebruikt cookies.