Koffiedik kijken.
De toekomst voorspellen (door in het koffieresidu te kijken).
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Uit je doppen kijken.
- Iemand in de kaart kijken.
- De kat uit de boom kijken.
- Hij staat te kijken als malle Jan.
- Kassie kijken.
- Zuinig kijken.
- Hij is te lui om uit zijn ogen te kijken.
- Hij moet de paarden in het gat kijken.
- Hij komt pas kijken.
- Iemand op de vingers kijken.
- Iemand de woorden uit de mond kijken.
- Dat is zo helder als koffiedik.