Was Dina thuis gebleven dan was zij kuis gebleven.
Meisje moeten niet langs de straat gaan lopen willen zij hun kuisheid bewaren.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat was een benauwd halfelfje.
- Dat was een bittere pil om te slikken.
- Dat was kantje boord.
- Dat was een domper op de vreugde.
- Dat was de doodsteek.
- Dat was het eind van het lied.
- Daar was geschoren en ongeschoren.
- Er was hommeles.
- Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.
- Een kind kan de was doen.
- Hij was er als de kippen bij.
- Dat was de klap op de vuurpijl.
- Hij is klein van was.
- Dat was andere koffie.
- Dat was een lawaai of de wereld verging.
- Hij was uit het lood geslagen.
- Het was of hem een luis over de lever liep.
- Dat was maar een eenvoudige maaltijd.
- Die man is als was in zijn handen.
- Dat was naadje.
- Dat was op het nippertje.
- Dat was olie op het vuur.
- Het oog was groter dan de maag.
- Dat was een hele openbaring.
- Dat was een pak van mijn hart.
- Zij was poeslief.
- Zij was poesmooi.
- Dat was een rad uit zijn wagen.
- Dat was een rib uit mijn lijf.
- Hij was een ridder zonder vrees of blaam.
- Dat was een schot voor open doel.
- Dat was een snee over zijn gezicht.
- Dat was een streep door de rekening.
- Mijn vader was geen Bremer.
- Dat was een vlieg in zijn melk.
- Hij zag er uit of hij door een ringetje gehaald was.
- Dat was zijn zwanenzang.
- De haan is de baas als de hen niet thuis is.
- Hij is van alle markten thuis.
- Hij komt met een nat zeil thuis.
- Oost west thuis best.
- Hij is vóór de regen thuis.
- Hij is van alles thuis.
- Is de katte niet thuis zo krevelt de muis.
- Hij is niet thuis.
- Samen uit samen thuis.
- Zoals het klokje thuis tikt tikt het nergens.
- Traag gereden is vroeg thuis.
- Hij krijgt zijn trekken wel weer thuis.
- Die zijn vrouw liefheeft laat haar thuis.
- De vrouw wil het thuis graag de baas zijn.
- Hij is altijd schaap gebleven.
- Net bij kuis en vet bij vuil valke bij valke en uil bij uil.