Zich een bochel [deuk] lachen.
Ontzettend hard lachen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met lachen
Als het aas ligt in de graven dan lachen alle raven.
Als iets gratis is dan komen daar altijd veel mensen op af.
Meer info
Meer
Dat is kippetjespraat, de hanen lachen erom.
Dat is lariekoek.
Dieren
Kip
Meer info
Meer
Hij ligt dubbel van het lachen.
Hij moet heel erg hard lachen.
Meer info
Meer
Lachen dat de lever schudt.
Heel hard lachen.
Meer info
Meer
Lachen moet je leren schreien komt vanzelf.
Je moet niet altijd serieus zijn; het is ook goed om af en toe plezier te maken.
Meer info
Meer