Zijn waren aan de man helpen.
Zijn spullen proberen te verkopen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een echte man heeft een baard.
- Hij is zo dronken als duizend man.
- Dat heeft wat in eer de laatste man te bed komt.
- Een gewaarschuwd man [mens] geldt [telt] voor twee.
- Zij heeft haar man hoorns opgezet.
- Zij heeft haar man gekroond.
- In huis moet de man de baas zijn.
- Het kind is de vader van de man.
- De kleren maken de man.
- Kleren maken de man.
- Een lui man houdt niet van werken.
- Een lui man ziet op tegen werken.
- Hij heeft zijn man in hem gevonden.
- Op de man af iets zeggen.
- Hij is een man in bonis.
- Het is een wijze man die maat ramen kan.
- Als de nood aan de man komt.
- Hij is er de man niet naar.
- Hij is een man van de oude stempel.
- Die man is als was in zijn handen.
- Nooit man zo kwaad of hij deed iemand baat.
- Een liek man.
- Aan de man komen.
- Een man van de daad zijn.
- Het is een man als David.
- Een man [vent] uit duizenden.
- Een man zonder geld is een lijk.
- De man is het hoofd.
- De man is het hoofd de vrouw is de nek.
- De man die de klappen krijgt.
- Hij is een man van de klok.
- Naar dat de man is is zijn kracht.
- Die man is maar een kruk.
- Ergens met man en macht aan werken.
- Een man een man een woord een woord.
- Met man en muis vergaan.
- Man en paard noemen.
- De man een vogel de boer een gans.
- Een man zonder vrouw is een paard zonder teugel.
- Hij is een man met een witte lever.
- Een man van zes kruisjes.
- Hij is daar de mooie man.
- De derde man brengt de praat [spraak] an.
- Ze riepen man en maagd te hulp.
- Het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man.
- De derde man brengt de spraak of de stilte an.
- Toen de man uit de bijbel zijn volk telde verloor hij.
- Aan het vee kent men de man.
- Voetje voor voetje komt de man te Rome.
- Wat de vrouw graag mag eet de man elke dag.
- Vrouw en man is één gespan.
- Vrouwen die zich goed en netjes presenteren komen snel aan de man.
- Een warm man is een vaste man.
- Hoe langer de weg hoe moeder de man.
- Als de wijn is in de man is de wijsheid in de kan.
- Het woord gaat verder dan de man.
- Hij is een woudezel van een man.
- De laatste man de zak opgeven.
- Een zeeman is geen man.
- De beste bode is de man zelf.
- Iemand uit de brand helpen.
- Iemand over de brug helpen.
- Iemand uit het dal halen Iemand uit de problemen helpen.
- Iemand aan de dans helpen.
- Iemand uit de dut helpen.
- Iemand uit de klodden helpen.
- Iemand aan de rei helpen.
- Hem uit de droom helpen.
- Iemand te paard helpen.
- Die niet te raden is is niet te helpen.
- Wie niet te raden is is niet te helpen.
- Iemand uit de slag helpen.
- Iemand op streek helpen.
- Iemand op het stro helpen.
- Iemand van de wal in de sloot helpen.
- Iemand naar de andere wereld helpen.
- Iemand om zeep helpen.
- De kosten waren groter dan de opbrengsten.
- Ze waren één hart en één ziel.
- Ze waren vol zoeten wijns.
- het waren allebeiden vuilaards.
- Zij waren poedelnaakt.
- Waren er geen helers er waren geen stelers.