Spreekwoorden met kas
5 spreekwoorden gevonden
1 - 5 van 5
Een kerel als Kas.
Een laf persoon die zich flink voordoet.
Meer info
Meer
Hij beheert de Judas Hij beheert de kas.
Hij behoort tot de zelfkant van de maatschappij.
Meer info
Meer
Hij heeft een stuk in zijn kas.
Hij heeft teveel gedronken.
Meer info
Meer
Hij staat in de kas bij zijn patroon.
Hij staat in de gunst bij zijn baas.
Meer info
Meer
Op zijn kas krijgen.
Een pak rammel krijgen.
Meer info
Meer