Spreekwoorden met plank
4 spreekwoorden gevonden
1 - 4 van 4
Hij heeft brood op de plank.
Hij heeft een voldoende inkomen.
Eten & drinken
Brood
Meer info
Meer
Hij heeft een plank [plaat] [bord] voor zijn kop.
Hij wil het gewoon niet zien.
Lichaamsdelen
Kop
Meer info
Meer
Hij slaat de plank mis.
Hij vergist zich.
Meer info
Meer
Hij sloeg de plank [paal] mis.
Hij had het verkeerd.
Meer info
Meer